Maar liefst 220 zangers en zangeressen - professioneel, student en amateur - verzamelen zich zaterdag 12 maart voor de eerste repetitie met zijn allen. De diverse koren en deelkoren zijn al maanden bezig met de Gurrelieder.
De Kees van Baarenzaal van het Koninklijk Conservatorium loopt stipt om 10.00 uur helemaal vol. Een complete zaal met zangers. Het lijkt de omgekeerde wereld, het publiek zou nog op het podium terecht kunnen. Het inzingen is al een adembenemende belevenis. Onder leiding van Wiecher Mandemaker begint de complete zaal te sissen als een slang. Daarna volgen kleine loopjes in diverse toonhoogten. Door de grote hoeveelheid stemmen is dit zo indrukwekkend en kun je er compleet in verdwijnen. Dat belooft wat voor het grote concert!
Tijdens de repetitie gaat Wiecher nog eens in op de lange noten. “Probeer krachtig te blijven tijdens de lange noten, rust niet ondertussen uit.“
Geweldig hoeveel geluid er uit meer dan 200 kelen komen en dan ook nog zuiver. “Als het inzakt of niet goed gaat,“ legt Wiecher uit, “dan is harder zingen nooit de oplossing!”
De zangers en zangeressen werken hard en finetunen onder de vakkundige leiding van de dirigent. Het stuk is ingewikkeld. Binnen de korte noten blijkt ook al zoveel emotie gelegd te kunnen worden, zonder deze te lang te maken of gehaast te laten klinken.
Een mooi moment is de zin “Morgen traum”, die Wiecher twee keer voorzingt. Eén keer laat hij horen hoe het niet moet en zegt: “Dat wordt zo meer een nachtmerrie.”
Na deze heerlijke droom blijkt er toch een naar staartje te komen…